ZUIDIJZERPOLDER

Contactpersoon

Pieter-Jan Taillieu, ontvanger-griffier


Adres

Zwartestraat 7, 8647 Lo-Reninge


Telefoon

057/40.11.04


Mail

info@zuidijzerpolder.be


Website

www.zuidijzerpolder.be


Werking

Waterbeheer

De belangrijkste taak vandaag zijn de werken die de polder moet uitvoeren ter ontwatering van het oppervlaktewater.

Concreet vertaalt zich dit in volgende werkzaamheden:

  • het onderhoud, de instandhouding en het verbeteren van het waterlopenstelsel en de bijbehorende kunstwerken zoals sluizen, stuwen, pompinstallaties e.d.;
  • bestrijden van zowel planten- als dierenexoten langs de waterlopen (muskusratten, Reuzenberenklauw, Grote waternavel, ...)
  • het bergen van het neerslagwater en het afvoeren van het overtollige oppervlaktewater;
  • het regelen van het waterpeil zodat voor iedere grondbestemming een zo gunstig mogelijk waterregime bekomen wordt.


Door hun wettelijk opgelegde taak naar behoren te vervullen, scheppen de polders en wateringen een toestand van goede waterhuishouding in hun gebied, niet alleen ten gunste van de landbouw, maar ook in het algemeen belang van alle ingelanden. Woningen, dorpen en steden, bedrijven en industrieën, enz... hebben belang bij een goede waterhuishouding. In bebouwde gebieden wordt het oppervlaktewater opgevangen in riolen, meestal samen met het afvalwater, en in het beste geval afgevoerd naar een rioolzuiveringsinstallatie. Bij zware neerslag stort het rioolstelsel over in de waterlopen. Hierdoor treden in de ontvangende waterloop hogere piekdebieten op waardoor in vele gevallen ingrijpende verbeteringswerken noodzakelijk zijn om het goed functioneren van de riolering te verzekeren en om zowel het woongebied als de stroomafwaarts gelegen gronden te vrijwaren van wateroverlast of overstroming.


Watertoets

In het kader van de watertoets verleent de Zuidijzerpolder, als waterbeheerder, advies aan de vergunningverlenende overheid. De watertoets is een instrument waarmee de overheid beslist over een vergunning, een plan of een programma inschat welke de impact ervan is op het watersysteem. Het resultaat van de watertoets wordt opgenomen in de vergunning of in de goedkeuring van het plan of het programma.

Voor projecten met mogelijk belangrijke nadelige effecten laat de overheid die beslist over de watertoets, zich bijstaan door een advies van de betrokken waterbeheerder. Wijkt de beslissing van de vergunningverlener af van het advies van de waterbeheerder(s), dan komt de motivering hiervoor aan bod.

De watertoets is verplicht voor de vergunningen en de plannen die zijn opgesomd in het decreet Integraal Waterbeleid. Sinds 1 maart 2012 is een aangepast uitvoeringsbesluit van de watertoets van kracht die ook de lijst van vergunningen en plannen die aan de watertoets moeten onderworpen worden, uitbreidt.

Een overzicht van de vergunningen en plannen die onderworpen zijn aan de watertoets vindt u op de website van de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid.


Behartigen van de belangen van de ingelanden

De Zuidijzerpolder participeert in verschillende stuurgroepen om de belangen van de ingelanden te verdedigen en vrijwaren. Voorbeelden hiervan zijn de stuurgroepvergaderingen omtrent het natuurinrichtingsproject De Blankaart, Stuurgroep zomerganzenbestrijding, Stuurgroep van de Ronebeek en Steenbeek, Stuurgroep Ruilverkavelingen, ...


HISTORIEK


De Zuidijzerpolder is ontstaan in 1971 als resultaat van de versmelting van 4 verschillende afzonderlijke Wateringen: de Watering van Woumen, de Watering van Merkem, de Watering van Noordschote en de Zuidwatering van Veurne. De eerste drie werden in de volksmond ook wel de Oostbroeken genoemd. Vanaf Reninge tot de Franse grens sprak men van de Westbroeken. De Zuidijzerpolder is met zijn 9.666 ha aanzienlijk groter dan de som van de vier voormalige Wateringen (≈6.500 ha). bij de fusie werden namelijk delen van de verbindende beekvalleien opgenomen in de Polder.


De Watering van Woumen
De Watering van Woumen had een oppervlakte van 1.150 ha en was gelegen tussen 2 en 6 m TAW. Het omvatte naast delen van Woumen tevens stukken van Esen en Merkem. De Blankaartvijver lag centraal in de Watering. De Steenbeek, Ronebeek en Kerkebeek voerden het water van 6.347 ha hoger gelegen percelen op de hoogten van Klerken en Houthulst aan. De Houten- en Stenensluisvaart leidden het water van de Blankaart af naar de IJzer. De Watering werd eeuwenlang gravitair afgewaterd via het Kooivaartje, de Houten- en Stenensluisvaart en de Walevaart.


In 1952 bouwde de Watering een pompgemaal nabij de monding van de Stenensluisvaart. De bemaling via het pompgemaal beoogd een peil van 2,5m TAW een grote halve meter lager dan het normale IJzerpeil. De bemaling had niet tot doel om alle overstromingen te vermijden, wel om in het voor en najaar de waterstand vroeger, dan wel later laag genoeg te houden om landbouw mogelijk te maken.

De Watering van Merkem
De Watering van Merkem had een oppervlakte van 686 ha en bevond zich op een hoogte van minder dan 3 tot maximaal 4m. het grootste gedeelte strekte zich uit op het grondgebied van Merkem, een klein deeltje ook op dan van Woumen. Het afwateringsnet viel volledig samen met dat van de Watering van Woumen, maar wegens gebreke aan samenwerking moest de Watering zelf instaan voor de waterlozing in de IJzer via de Martjesvaart en de sluis van het Kooivaardeken of Zwarte sluis.

Aan de bouw van het pompgemaal in Woumen wou de Watering van Merkem aanvankelijk niet mee betalen. Daarom werd in 1952 het Kooivaartje afgedamd zodat de twee wateringen een onafhankelijke afwatering kregen. Een sluis tussen de Engelendelft en het Kanaal Ieper-IJzer moest nu mee instaan voor de afwatering. Na jarenlang getwist tussen de beide wateringen ging de Watering van Merkem toch overstag en sloot haar waternetwerk aan op het pompgemaal op de Stenensluisvaart. De Watering van Merkem moest betalen aan de Watering van Woumen om de sluis open te zetten. het vertrouwen tussen beide was blijkbaar toch niet zo groot.

De Watering van Noordschote
De Watering van Noordschote had een oppervlakte van 512 ha en bevond zich op een hoogte van 3 tot 5m. ze lag op de grondgebieden Noordschote, Reninge en Zuidschote. De afwatering gebeurde via de Grote Kemmelbeek, de Landijkgracht, de Ieperlee, het Kanaal Ieper-IJzer en ten dele via de Martjesvaart. De grote Kemmelbeek lag tussen twee dijken en stond in voor de waterafvoer van de hoger gelegen gebieden buiten de Watering. De Landdijkgracht orde voor de lokale ontwatering via een systeem van terugslagkleppen.

De Zuidwatering van Veurne
De Zuidwatering van Veurne had een oppervlakte van 2.055 ha en bevond zich op een hoogte van 3 tot 5m. Ze lag op het grondgebied van Beveren, Oostvleteren, Reninge, Roesbrugge-Haringe, Stavele en Westvleteren en waterde ook af via de IJzer de Zuidwatering van Veurne had opvallend weinig waterbouwkundige kunstwerken. Bijgevolg was het normaal peil tevens het peil van de IJzer.


SITUERING


Zoals de naam al doet vermoeden ligt het overgrote deel van de Zuidijzerpolder ten zuiden van de IJzer. De polder strekt zich langgerekt uit van Diksmuide tot de Franse Grens en omvat delen van Diksmuide, Houthulst, Lo-Reninge, Vleteren, Alveringem, Ieper en Poperinge.