332277 | VANDEBROECK Jos en crts / Provincie Vlaams-Brabant
R.v.St., 8 oktober 2019, 10e K., nr. 245691

Het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) voorziet onvoldoende maatregelen voor waterbeheersing en wordt vernietigd. Om aan de zorgplicht te voldoen, kan de plannende overheid er niet mee volstaan de verantwoordelijkheid ter zake door te schuiven naar de vergunningverlenende overheid. Zo komt het PRUP niet voldoende tegemoet aan die zorgplicht door te stellen dat bij vergunningsaanvragen voor verhardingen de generieke regeling (zoals de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 05.07.2013) moet worden toegepast.

Zoals de Raad van State onder meer in het arrest nr. 225988 van 08.01.2014 (zie in relatie hieronder) heeft overwogen, volgt uit art. 8 van het decreet betreffende het integraal waterbeleid (DIWB, thans opgenomen in het Waterwetboek ('Nieuwe versie DIWB')) dat wanneer blijkt dat het aannemen van het voorgenomen plan een schadelijk effect op het watersysteem kan doen ontstaan, de plannende overheid ofwel de goedkeuring van dit plan moet weigeren ofwel, wanneer zij het plan goedkeurt, door het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan, dient te verzekeren dat geen schadelijke effecten ontstaan of dat deze worden beperkt, hersteld of gecompenseerd.