293392 | 26.06.2015 Dec. houdende instemming met het Benelux-Verdrag inzake grensoverschrijdende en interterritoriale samenwerking, ondertekend te ’s-Gravenhage op 20.02.2014
Min.-President van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, BOURGEOIS Geert *
Vicemin.-President van de Vlaamse Regering en Vlaams Min. Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, HOMANS Liesbeth *

BS 2015-07-16

De grensoverschrijdende en interterritoriale samenwerking tussen lokale besturen heeft de afgelopen drie decennia een indrukwekkende groei doorgemaakt in Europa. Dit nieuwe Benelux-Verdrag heeft tot doel een vernieuwing en actualisering tot stand te brengen in vergelijking met de Benelux-Overeenkomst van 1986 inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale samenwerkingsverbanden of autoriteiten.

De mogelijke deelnemers aan samenwerkingsverbanden worden uitgebreid. De staten die Partij zijn bij het nieuwe verdrag, al hun overheden en al hun publieke instellingen, in de meest ruime zin van het woord, kunnen op grond van het nieuwe Benelux-Verdrag voor hun grensoverschrijdende en interterritoriale samenwerking samenwerkingsverbanden aangaan. De Benelux-Overeenkomst van 1986 beperkte die samenwerking tot provincies, gemeenten, verenigingen van gemeenten, OCMW’s, polders en wateringen.

Door de mogelijkheid van toetreding van de buurlanden van de Benelux wordt samenwerking mogelijk met de entiteiten van deze buurlanden. Hiermee wordt de belemmering voor samenwerking weggenomen voor regio’s die zowel aan een ander Benelux-land als een ander buurland grenzen of er dichtbij gelegen zijn, zoals de Belgische provincies Luik en Limburg, de Duitstalige Gemeenschap van België en de Nederlandse provincie Limburg.

Het verwerven van rechtspersoonlijkheid staat een BGTS (Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking) toe om deel te nemen aan het rechtsverkeer. In praktische zin betekent dit dat het samenwerkingsverband onder andere een bankrekening kan openen en personeel in dienst kan nemen.

In de Benelux-Overeenkomst van 1986 is het uitgangspunt dat de statuten cumulatief aan het interne recht van elk van de betrokken landen moeten voldoen. Dit leidt in de praktijk tot moeilijkheden. Om die reden is dit principe in het nieuwe verdrag losgelaten.

Daarnaast wordt de keuze gegeven tussen een bestuurssysteem naar Angelsaksisch model, met een algemene vergadering en een directeur, of continentaal, met een algemene vergadering en een raad van bestuur.

Een laatste innovatie van het nieuwe verdrag is de mogelijkheid tot grensoverschrijdende zetelverplaatsing van een grensoverschrijdend samenwerkingsverband zonder ontbinding.

  

 link