269212 | b.v.b.a. x / Vlaamse Gewest
MHHC, 29 maart 2012, MHHC-12/15-VK

www.mhhc.be - Geraadpleegd op 29.10.2012

In deze zaak wordt de bestuurlijke geldboete, opgelegd door de gewestelijke entiteit voor de overschrijdingen van de lozing van MAK's (monocyclische aromatische koolwaterstoffen) verminderd. De beboetingsbeslissing schendt immers de materiƫle motiveringsplicht en het redelijkheidsbeginsel. Het Milieuhandhavingscollege dient dan ook vast te stellen dat de gewestelijke entiteit bij de beoordeling van de ernst van de feiten in toepassing van art. 16.4.29 DABM de mate aan normoverschrijding voor de MAK's mogelijks op een kennelijk onjuiste lezing van de analyseresultaten heeft gebaseerd.

Samen met de klagende partij stelt het Milieuhandhavingscollege echter eveneens vast dat de beoordeling die de bestreden beslissing voor het overige in toepassing van art. 16.4.29 DABM maakt, wel op gepaste wijze gebeurde. Zo wordt er rekening gehouden, voor wat de overschrijding van de emissiegrenswaarden voor MAK's betreft, met het criterium van de frequentie en, voorts, met twee verzachtende omstandigheden. Het Milieuhandhavingscollege stelt eveneens vast dat bij de beoordeling terecht verwezen wordt naar de intrinsieke gevaareigenschappen van zowel PAK's (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) als MAK's en naar de toch zeer grote overschrijdingen van de emissiegrenswaarden die in het proces-verbaal werden vastgesteld.