229021 | 09.05.2008 BVR wijz. BVR 01.02.2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, en van de bouw door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties
Vlaams Min. van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, CREVITS Hilde

BS 2008-06-05, (1e uitg.)

Dit besluit heeft betrekking op de subsidiëring van de aanleg van openbare rioleringen en de bouw van kleinschalige rioolzuiveringsinstallaties door gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Bedoeling is om de gemeenten te stimuleren om de individuele behandelingsinstallaties voor afvalwater (IBA's) in eigen beheer te nemen en zo tot beter geplaatste en geëxploiteerde IBA's te komen.

Drie nieuwe begrippen worden gedefiniëerd:

  1. 'individuele waterzuiveringsinstallatie';
  2. 'kosten, verbonden aan de aanleg van een individuele waterzuiveringsinstallatie'
  3. 'zoneringsplan'.
De verhouding waarin het Vlaamse Gewest binnen de daartoe in de begroting van het Vlaamse Gewest vastgestelde kredieten kan bijdragen in de kosten, verbonden aan de aanleg van een individuele waterzuiveringsinstallatie, bedraagt 2250 EUR (tweeduizend tweehonderdvijftig EUR) per individuele waterzuiveringsinstallatie of per woongelegenheid als de installatie aangekocht, geplaatst en beheerd wordt door een gemeente, gemeentebedrijf of intercommunale, intergemeentelijk samenwerkingsverband. De voormelde gewestbijdrage mag de totale kosten verbonden aan de aanleg van een individuele waterzuiveringsinstallatie, niet overschrijden.

Het besluit stelt de voorwaarden vast voor de toekenning van een gewestbijdrage voor de aanleg van individuele waterzuiveringsinstallaties. Om in aanmerking te komen voor de gewestbijdrage moet voor het op het subsidiëringsprogramma voorkomende project voor de aanleg van een individuele waterzuiveringsinstallatie de procedure de volgende procedure in acht worden genomen:

  • Uiterlijk negen maanden na de bekendmaking door de Vlaamse Milieumaatschappij aan de gemeente, het gemeentebedrijf, de intercommunale of het intergemeentelijk samenwerkingsverband in kwestie van het driemaandelijks geactualiseerde programma, waarop het project is opgenomen, dient de gemeente, het gemeentebedrijf, de intercommunale of het intergemeentelijk samenwerkingsverband een subsidiedossier in bij de Vlaamse Milieumaatschappij.
  • Het subsidiedossier voor een individuele waterzuiveringsinstallaties omvat:
    • een overzicht van de individuele waterzuiveringsinstallaties waarvoor een gewestbijdrage wordt aangevraagd met vermelding van naam, adres en kadastraal perceel en de kosten, verbonden aan de aanleg van de individuele waterzuiveringsinstallaties voor de woongelegenheden waarvan het afvalwater wordt gezuiverd;
    • een verklaring dat alle gesubsidieerde waterzuiveringsinstallaties voldoen aan de criteria;
    • de factuur en alle betaalbewijzen.
    De Vlaamse Milieumaatschappij gaat over tot een technische controle van het subsidiedossier. Die controle omvat ten minste een toetsing van het subsidiedossier aan het definitieve gemeentelijke zoneringsplan en, bij gebrek daaraan, aan de openbare zuiveringsinfrastructuur.
  • De gewestbijdrage wordt betaald op basis van het goedgekeurde subsidiedossier. Door de Vlaamse Milieumaatschappij wordt de gewestbijdrage binnen negentig kalenderdagen na de vastlegging ervan ten laste van het MINA-fonds uitbetaald aan de gemeente, het gemeentebedrijf, de intercommunale of het intergemeentelijk samenwerkingsverband.
Het opschrift van het BVR 01.02.2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, en van de bouw door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties wordt vervangen. Art. 1 en 5 worden veranderd. Art. 3bis en 24bis tot 24quinquies worden ingevoerd.

nvdr: Het BVR 01.02.2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, de bouw van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties met inbegrip van de aanleg van individuele waterzuiveringsinstallaties door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden of de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening wordt op 16.06.2017 opgeheven door het BVR 05.05.2017 betreffende de subsidiëring van de werken, vermeld in art. 32duodecies van de wet 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging (zie doc. nr. 311224).