222650 | 19.07.2007 BVR wijz. BVR 13.07.2007 tot uitvoering van Hoofdstuk IIIbis van de wet 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging
Vlaams Min. van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, CREVITS Hilde
Min.-President van de Vlaamse regering en Vlaamse Min. van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, PEETERS Kris
Vlaams Min. van Financiƫn en Begroting en Ruimtelijke Ordening, VAN MECHELEN Dirk

BS 2007-09-26

In het kader van enkele rechtszaken werd de rechtsgeldigheid van enkele uitvoeringsbesluiten uit de jaren '90 met betrekking tot de heffing op de oppervlaktewaterverontreiniging betwist omdat de dringende noodzakelijkheid onvoldoende werd gemotiveerd. Het BVR 13.07.2007 tot uitvoering van hoofdstuk IIIbis van de wet op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging vermijdt dat in hangende rechtszaken die betrekking hebben op de heffingsjaren 1992 en 1993 nog meer zulke uitspraken volgen. Dit besluit wijzigt art. 1, 2, 3, 5, 6 en 9 van het BVR 13.07.2007.

nvdr: Het BVR 13.07.2007 tot uitvoering van hoofdstuk IIIbis van de wet 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, werd op 01.03.2016 opgeheven door het BVR 05.02.2016 tot wijziging van het BVR 28.06.2002 tot uitvoering van het Hoofdstuk IIIbis van de wet 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging en Hoofdstuk IVbis van het decreet 24.01.1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer, wat betreft de taakverdeling binnen de Vlaamse milieumaatschappij (zie doc. nr. 298674).

 

 link