210500 | 10.03.2006 BVR houdende de vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en de vaststelling van de zoneringsplannen
Vlaams Min. van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, PEETERS Kris

BS 2006-06-09, (2e uitg.)

In het kader van de hervorming van de watersector worden de regels met betrekking tot de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en het vaststellen van de zoneringsplannen met aanduiding van collectieve of individuele afvalwaterzuivering vastgelegd. Dit besluit beoogt enerzijds duidelijkheid te scheppen in verband met de verantwoordelijkheden en in de taakverdeling van de diverse betrokken overheden. Anderzijds wil men zekerheid en duidelijkheid creëren voor de burgers en bedrijven omtrent de gebieden waar collectief zal worden gesaneerd en die gebieden waar individueel moet worden gesaneerd.

De zoneringsplannen bepalen waar nog rioleringsprojecten in een gemeente zullen moeten worden uitgevoerd en waar individuele behandelingsinstallaties (door burgers of bedrijven) moeten worden geïnstalleerd.

Momenteel is de NV Aquafin volop aan het werk om de nog ontbrekende belangrijke zuiveringsstations en grote collectoren te realiseren.

Om in functie van de Kaderrichtlijn water tegen 2015 in Vlaanderen een goede waterkwaliteit te verwezenlijken, dienen echter nog bijkomende inspanningen geleverd te worden.

Eén van de te nemen maatregelen om dit doel te bereiken, is het verder uitbouwen en optimaliseren van de waterzuiveringsinfrastructuur, dit zowel op gewestelijk, gemeentelijk als op niveau van de individuele burger.

De goedkeuring van de zoneringsplannen is een belangrijke stap in de verdere planning van de uitbouw van de waterzuiveringsinfrastructuur. Deze plannen bepalen namelijk waar rioleringsprojecten in een gemeente nog moeten worden uitgevoerd en waar individuele behandelingsinstallaties moeten worden geïnstalleerd.

De zoneringsplannen scheppen enerzijds duidelijkheid over de verantwoordelijkheden van en de bevoegdheidsverdeling tussen het Vlaamse gewest en de gemeenten. Op die manier moet een vlotte afstemming tussen de projecten mogelijk worden.
Anderzijds wordt er voor zowel burgers als bedrijven zekerheid en duidelijkheid gecreëerd over de gebieden die door de overheid gesaneerd zal worden en de gebieden waar individueel moet gesaneerd worden.

De gemeenten kunnen de zoneringsplannen, die door de Vlaamse Milieumaatschappij in samenwerking met de NV Aquafin zijn opgesteld, op basis van hun inzichten en de lokale kennis evalueren en eventueel bijsturen. Na een openbaar onderzoek zal minister dan de definitieve plannen bekrachtigen.

Dankzij deze zoneringsplannen zal de uitbouw van het gemeentelijk rioleringsstelsel verder gestimuleerd worden.

Wat de financiering betreft werden voor de gemeenten dankzij de reorganisatie van de watersector reeds extra financieringsmogelijkheden gecreëerd. Daarnaast voorziet het Vlaamse gewest subsidies voor de gemeenten om de zoneringsplannen uit te voeren.

Indien een burger zelf dient in te staan voor zijn zuivering omdat hij niet kan aansluiten op het openbaar rioleringsnet, wordt hij ook financieel gecompenseerd. Enerzijds kan hij genieten van een vrijstelling van de saneringsbijdragen en anderzijds kan hij beroep doen op een eventuele subsidie voor het plaatsen van een eigen zuiveringsinstallatie.

Het besluit bepaalt volgende punten:

  • Hfst. I. - Inleidende bepalingen;
  • Hfst. II. - Vaststellen van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting:
    • Afd. I. - Het buitengebied;
    • Afd. II. - Het centrale gebied.
  • Hfst. III. - Vaststellen van de zoneringsplannen:
    • Afd. I. - Het voorontwerp van zoneringsplan;
    • Afd. II. - Beoordeling voorontwerp van zoneringsplan door de gemeente;
    • Afd. III. - Het ontwerp van zoneringsplan;
    • Afd. IV. - Het definitieve zoneringsplan.
  • Hfst. IV. - Het uitvoeringsplan;
  • Hfst. V. - Wijzigingen in het BVR 01.02.2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, en van de bouw door de gemeenten van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties:
    Aan hoofdstuk III van het BVR 01.02.2002 wordt een art. 6bis toegevoegd.

nvdr: Het BVR 01.02.2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, de bouw van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties met inbegrip van de aanleg van individuele waterzuiveringsinstallaties door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden of de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening wordt op 16.06.2017 opgeheven door het BVR 05.05.2017 betreffende de subsidiëring van de werken, vermeld in art. 32duodecies van de wet 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging (zie doc. nr. 311224).

 

 link