208543 | 15.02.2006 Richtlijn 2006/7 betr. het beheer van de zwemwaterkwaliteit en tot intrekking van Richtlijn 76/160/EEG
Europees Parlement
Raad van de Europese Unie

Pub. E.U., 04.03.2006, L64/37-45+bijlage 46-51; Pub. E.U., 25.04.2006, L111/15, err.

Deze richtlijn stelt bepalingen vast voor de controle, de indeling en het beheer van de zwemwaterkwaliteit en het verstrekken van informatie daarover aan het publiek. Haar doelstelling is het behoud, de bescherming en de verbetering van de milieukwaliteit en de bescherming van de gezondheid van de mens.

Deze richtlijn is van toepassing op elk oppervlaktewater waar, naar verwachting van de bevoegde autoriteit, een groot aantal mensen zal zwemmen, en waar zwemmen niet permanent verboden is of waarvoor geen permanent negatief zwemadvies bestaat. Zij is niet van toepassing op:

  • zwembaden en gezondheidsbaden;
  • ingesloten wateren die behandeld worden, of gebruikt worden voor therapeutische doeleinden;
  • kunstmatig gecreëerde, van het oppervlaktewater en het grondwater gescheiden ingesloten wateren.
De lidstaten wijzen elk jaar alle zwemwateren aan en bepalen de duur van het badseizoen. Zij doen dit voor het eerst vóór de aanvang van het eerste badseizoen na 24.03.2008.

Vóór het begin van elk badseizoen, en de eerste maal vóór het begin van het derde volledige badseizoen na de inwerkingtreding van deze richtlijn, wordt voor elk zwemwater een tijdschema voor controle vastgesteld. De controle wordt uitgevoerd binnen vier dagen na de in het tijdschema bepaalde datum.

Zwemwaterkwaliteitsbeoordelingen worden uitgevoerd voor elk zwemwater, na afloop van elk badseizoen, aan de hand van de reeks zwemwaterkwaliteitsgegevens die met betrekking tot dat badseizoen en de drie voorgaande badseizoenen zijn verzameld, en overeenkomstig de procedure van bijlage II.

Op basis van de resultaten van de zwemwaterkwaliteitsbeoordeling delen de lidstaten het zwemwater overeenkomstig de criteria van bijlage II als volgt in:

  • 'slecht';
  • 'aanvaardbaar';
  • 'goed';
  • 'uitstekend'.
De lidstaten zorgen ervoor dat aan het einde van het badseizoen van 2015 alle zwemwateren ten minste 'aanvaardbaar' zijn. Zij nemen realistische en evenredige maatregelen die naar hun oordeel passend zijn om het aantal als 'uitstekend' of 'goed' ingedeelde zwemwateren te doen toenemen.

De volgende punten worden ook behandeld:

  • Zwemwaterprofiel;
  • Beheersmaatregelen voor uitzonderlijke omstandigheden;
  • Risico van cyanobacteriën;
  • Andere parameters;
  • Samenwerking inzake grensoverschrijdende wateren;
  • Publieke participatie;
  • Voorlichting van het publiek;
  • Rapportage.