161622 | n.v. M. / Vlaamse Milieumaatschappij
Cass., 12 februari 1999, 1e K.

R.W., 01.01.2000, V.63, (18), 605+noot D. DEGREEF 605-607

Krachtens art. 32undecies, 5°, van de wet 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, kan de Vlaamse Milieumaatschappij ambtshalve de hoegrootheid van de wegens vervuiling te betalen bijdrage bepalen als geen tijdige aangifte wordt gedaan, dit is voor 15 maart van het betrokken jaar. Een tijdige aangifte kon slechts worden gedaan op de wijze die de Vlaamse Executieve bepaalt. De Vlaamse Executieve heeft het model van aangifte slechts bepaald bij BVR 16.05.1990. Dit besluit werd pas op 11.07.1990 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd met retroactieve werking vanaf 01.01.1990. Het bedrijf (eiseres) kon onmogelijk een aangifte doen en werd dan ook ten onrechte van ambtswege belast.