129780 | M. WAUTERS / Vlaamse Gewest
R.v.St., 24 april 1997, nr. 66077

T.Milieurecht, december 1997, V.6, (6), 493-495

De bevoegde overheid vraagt voor het schorsen van een milieuvergunning het advies van de toezichthoudende ambtenaren en desgevallend van de burgemeester. De omstandigheid dat de minister daarenboven ook nog het advies heeft wensen in te winnen van een speciaal samengestelde tijdelijke adviescommissie kan op zich niet tot de onwettigheid van de bestreden beslissing leiden. Het kan integendeel zelf als een blijk van behoorlijk bestuur worden beschouwd dat de minister zich zo ruim mogelijk heeft laten voorlichten.
Blijkens het bestreden besluit werd de vergunning van verzoeker geschorst omdat 'door de exploitatie van deze dierentuin de oppervlaktewaterverontreiniging en de risico's voor bodem- en grondwaterverontreiniging en voor de volksgezondheid reƫel blijven'. Blijkens dit besluit beschikt verzoeker niet over een geldige milieuvergunning voor de lozing van afvalwaters en voor de opslag van mest. Verzoeker kan het tegendeel niet afdoende aantonen.