124620 | 19.12.1997 Dec. houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1998 - Hstk IV Leefmilieu - Afdeling 2 - Oppervlaktewateren (art. 17-19)
Min.-president van de Vlaamse regering, Vlaams min. van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Wetenschap en Technologie, VAN DEN BRANDE Luc
et al.

BS 1997-12-30, (2e uitg.)

Het art. 35 van de wet 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging voorziet dat met ingang van het heffingsjaar 1997 bepaalde categorieën van heffingsplichtigen met een gering inkomen, met name degenen die het gewaarborgd inkomen voor bejaarden of het bestaansminimum of de inkomensvervangende tegemoetkoming voor gehandicapten genieten, een volledige vrijstelling van bedoelde heffing kunnen bekomen. Art. 12 strekt ertoe te voorzien in de mogelijkheid tot vrijstelling van heffing voor een nieuwe categorie van heffingsplichtingen, meer bepaald voor diegenen die 'het minimum genieten bepaald door art. 11, par. 2 en par. 2bis, van de wet 02.04.1965'.
Daarvoor worden de art. 35ter en 35quater van de wet van 26.03.1971 gewijzigd. Deze laatste wijziging heeft uitwerking met ingang van 01.01.1997.
Het getal 0,825 vastgelegd in art. 35quinquies voor de jaren 1992, 1993, 1994, 1995 en het getal 0,550 vastgelegd voor de jaren 1996 en 1997 worden behouden maar het getal 0,550 wordt van toepasing vanaf het heffingsjaar 1996.