108551 | 20.12.1996 Dec. houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1997, Leefmilieu, Oppervlaktewateren - art. 35-38
Min.-president van de Vlaamse regering, Vlaams min. van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Wetenschap en Technologie, VAN DEN BRANDE Luc
et al.

BS 1996-12-31, (3e uitg.)

nvdr: de bestaansminimumwet van 07.08.1974 werd opgeheven en vervangen door de wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie (doc. nr. 176605) die gelijkaardige bepalingen bevat. In art. 35ter van de wet 27.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren worden een par. 5 en par. 6 toegevoegd. Met de nieuwe regeling wordt voorzien in een algehele vrijstelling van de heffing voor bestaansminimumtrekkers alsook voor begunstigden van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden.
Bedoeld wordt de heffingsplichtige die geniet van :

  • - ofwel, het gewaarborgd inkomen van bejaarden volgens de wet 01.04.1969,
  • - ofwel, het bestaansminimum, toegekend door het OCMW volgens de wet 07.08.1974
  • - ofwel de inkomensvervangende tegemoetkoming voor gehandicapten volgens de wet 27.02.1987.
Om deze vrijstelling te bekomen dient de heffingsplichtige, uiterlijk binnen de op het desbetreffende heffingsbiljet vermelde betalingstermijn, een aanvraag tot vrijstelling bij de Maatschappij in te dienen.
Deze aanvraag dient vergezeld te zijn van documenten opgesomd in dit decreet. Mits voldaan is aan deze voorwaarden is bedoelde vrijstelling van rechtswege verworven.

In art. 35quater van dezelfde wet wordt par. 1 vervangen.
Deze wijziging betreft een heffingenreductie voor kleinschalige zelfzuiveraars. Meer bepaald wordt voorzien in een eenvoudiger systeem voor de bepaling van de heffingsplichtige vuilvracht voor de particulieren en andere kleinwaterverbruikers die lozen in een oppervlaktewater of een rioolgedeelte dat niet binnen een redelijke termijn op een zuiveringsstation wordt aangesloten en die overgaan tot zelfzuiveren.
Daarbij wordt ervan uitgegaan dat het voorzien van een deskundig geconcipiƫerde en goed geƫxploiteerde particuliere zuiveringsinstallatie de huishoudelijke vracht met 50 % kan verminderen. In die omstandigheden wordt het verschuldigde heffingsbedrag tot de helft teruggebracht.
In art. 35octies van dezelfde wet, wordt par. 2 aangevuld met een 3e lid : 'De Maatschappij bezorgt de gegevens van de melding van ingebruikname van een grondwaterwinning aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waarin de grondwaterwinning is gelegen alsook aan de directeur-generaal van de Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer of zijn gemachtigde'.