381 | 31.01.1990 V. nr. 184 (Vl. R.): Zuivering oppervlaktewateren - Financiering
Gemeenschapsmin. van Leefmilieu, Natuurbehoud en Landinrichting, KELCHTERMANS Theo
SLEECKX Jozef

V. en A., Vl.R., 05.03.1990,1989-90, (9), 404-405

De provincies krijgen bij wet de mogelijkheid om de jaarlijkse provinciale belasting ter dekking van hun bijdrage in de kosten van de waterzuivering, te vervangen door een rechtstreekse gewestelijke milieuheffing. De kosten van beheer en werking van de Vlaamse Maatschappij voor Waterzuivering worden gedekt door enerzijds de voormelde milieuheffing en anderzijds door de bijdragen ten laste van de ondernemingen, instellingen en inrichtingen die aangesloten zijn op een openbare riool of een moerriool van de Maatschappij. De berekeningsformule werd in het art. 32undecies zelf opgenomen. Hiervoor werd de formule hernomen die voordien vervat lag in het besluit van de Vlaamse Executieve van 12.10.1988, waarin de gegevens met betrekking tot de bij koninklijk besluit van 23.01.1974 vastgestelde eenheid van verontreinigende belasting zijn verwerkt. Het decreet brengt als dusdanig geen wijziging aan de voorheen bestaande regeling van de bijdragen van de ondernemingen, aangesloten op een openbare riool of moerriool van de Maatschappij. Dec. 20.12.1989 W. 26.03.1971, art. 22 32undecies, 32 undecies BVE 12.10.1988 KB 23.01.1974 RW 1990, (2), 729-743 (notitie 292) Het programmadecreet brengt als dusdanig geen wijziging aan de voorheen bestaande regeling van de bijdragen van de ondernemingen, aangesloten op een openbare riool of moerriool van de Maatschappij, als een retributie in de zin van artikel 113 van de Grondwet, waarvoor een uitdrukkelijke decretale machtigi ng volstaat.