35009 | 07.02.1992 V. nr. 20 (Vl. R.): Mina-plan - Prioritaire rioleringen
Vlaams min. van Leefmilieu en Huisvesting, DE BATSELIER Norbert
EEMAN Jan

V. en A., Vl. R., 09.03.1992,1992(BZ), (1), 14-15; De Gem., oktober 1992, V.67, (445), 471

Wat moet men verstaan onder prioritaire riolering? Welke voorwaarden moeten vervuld zijn om een project als prioritaire riolering te kunnen erkennen? De voor de zuivering van rioolwaters vereiste infrastructuur werd vroeger opgesplitst in gemeentelijke rioleringen, collectoren en rioolwaterzuiveringsinstallaties. Aanvankelijk waren de gemeenten bevoegd voor de volledige uitbouw van deze infrastructuur. Na de wet van 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging waren de gemeenten nog alleen bevoegd voor de aanleg van hun gemeentelijke rioleringen. Deze uitbouw is aangegeven in de gemeentelijke rioleringsplannen. De aan te leggen collectoren en te bouwen rioolwaterzuiveringsinstallaties zijn aangeduid door de Vlaamse Milieumaatschappij op te stellen AWP's ( Algemene Waterzuiveringsprogramma's ). Het MINA-beleidsplan 1990-1995 plant versnelde uitbouw van de nog ontbrekende rioolwaterzuiveringsinfrastructuur. Om de waterkwaliteitsdoelstellingen, zoals bedoeld bij het BVE van 21.10.1987, tegen 1995 te kunnen bereiken, wordt voorrang gegeven aan het wegwerken van alle bestaande lozingen van ongezuiverd rioolwater in oppervlaktewateren. Het creƫren van nieuwe bijkomende lozingen van ongezuiverd rioolwater in oppervlaktewater moet om dezelfde reden vermeden worden. Bestaande lozingen van ongezuiverde rioolwaters in oppervlaktewater moeten weggewerkt worden door deze lozingspunten te verbinden met een collectorennet dat de rioolwaters naar rioolwaterzuiveringsinstallaties afvoert. Het opvangen van deze bestaande lozingspunten wordt zeer prioritair gesteld. Het wegwerken van bestaande lozingspunten van ongezuiverd rioolwater in oppervlaktewater kan - afhankelijk van de lokale situatie - moeten gebeuren: 1. hetzij door de aanleg van een collector, in de mate dat het bestaande lozingspunt aan het beginpunt van een aan te leggen collector is gelegen; 2. hetzij door de aanleg van een riolering die het lozingspunt verplaatst waardoor het oppervlaktewater of een gedeelte ervan wordt gesaneerd; 3. hetzij door de aanleg van een riolering die uitmondt in een reeds bestaande riolering of een bestaande of aan te leggen collector, waardoor de afvoer naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt verwezenlijkt. De gemeentelijke rioleringen of gedeelten ervan die onder 2. en 3. vallen zijn prioritaire rioleringen. Omdat de aanleg ervan - gecoƶrdineerd met de uitbouw van het collectorennet en de bouw van de rioolwaterzuiveringsinstallaties - onmisbaar is om de sanering van de oppervlaktewateren te kunnen bewerkstelligen, worden deze prioritaire rioleringen op het door de NV Aquafin uit te voeren investeringsprogramma geplaatst.