27599 | 05.08.1970 KB houdende algemeen politiereglement van de onbevaarbare waterlopen
Min. van Landbouw, HEGER Charles

M.B., 05.11.1970, V.140, (214), 11152-11155

In dit besluit duidt de term bevoegde overheid op de Minister van Landbouw, wat de waterlopen van de 1ste categorie betreft en de bestendige deputatie voor deze van de andere categorieën. De gebruikers of eigenaars van kunstwerken op de onbevaarbare waterlopen zijn verplicht de kunstwerken te doen functioneren overeenkomstig de onderrichtingen die de bevoegde overheid hun geeft en alleszins zodanig dat het water in de waterloop nooit wordt opgehouden boven het peil aangeduid door de peilspijkers die overeenkomstig de onderrichtingen van de bevoegde overheid zijn geplaatst. Zij moeten in geval van dringende noodzaak de bevelen opvolgen die het college van burgemeester en schepenen of een ambtenaar als bedoeld in art. 22 van de wet van 28.12.1967, betreffende de onbevaarbare waterlopen, hun geeft. Dit Kb bevat tevens een aantal verboden (art. 8-10) met het oog op de bescherming van deze waterlopen. De gemeentebesturen zijn er bovendien toe gehouden ieder jaar in de loop van de maand september of oktober alle waterlopen op hun grondgebied te schouwen en hierover binnen de maand verslag aan de bevoegde overheid te doen. Zij voegen zich hierbij naar de onderrichtingen die zij dienaangaande van de bevoegde overheid eventueel ontvangen. Een aantal sancties zijn voorzien bij overtreding van de bepalingen van dit KB.

nvdr: voor de officiële Duitse vertaling zie doc. nr. 221777