271773 | V.D.M. / Gemeente Holsbeek en crts
Vred. Leuven, 24 november 2005

In deze zaak wordt bepaald dat de buurtweg voor geen ander doeleinde bruikbaar is dan als voetgangerspad. De nabijheid van een onbeschermde oever, het weidekarakter van de ondergrond, laten een ander gebruik niet toe. Fietsers en ruiters zouden onherstelbare schade toebrengen aan deze wegen, gelet op hun karakter en de ondergrond. Wat de aanwezigheid van loslopend vee betreft, kan gesteld worden dat dit op de buurtwegen een onaanvaardbare belemmering is van hun openbaar karakter en hun veiligheid.

De aanwezigheid van loslopend vee op de bewuste buurtwegen, verhindert niet alleen een veilige en onbelemmerde doorgang van voetgangers op de bewuste wegen, doch is bovendien in strijd met art. 8 van het KB 05.08.1970 houdende het algemene politiereglement van de onbevaarbare waterlopen.

Dit vonnis oordeelt ten aanzien van verschillende eigenaars en de gemeente als volgt: de buurtweg, zoals gekend in de atlas van de buurtwegen onder nummer 69 vrij te houden over een breedte van 1,65 meter met dien verstande dat elke aanwezige afsluiting dient te worden voorzien van poorten of draaipoorten, die door elke voetganger kan worden geopend en gesloten, en voldoende ruimte biedt om één voetganger door te laten.