268560 | Gemeente Vloesberg / Natuurpunt beheer v.z.w. en Milieufront Omer Wattez v.z.w.
Cass., 26 april 2012, 1e K., C100530

De appelrechters steunen hun oordeel dat de aan de eiseres ten laste gelegde handelingen kennelijke inbreuken uitmaken op de Oppervlaktewaterenwet van 26.03.1971 niet enkel op de vastgestelde lozing van huishoudelijk afvalwater, maar ook op de vastgestelde lozing van ander afvalwater. De omstandigheid dat de appelrechters de door het nieuw (door het Vlaamse decreet aangepaste) art. 2 van de voornoemde wet doorgevoerde preciseringen aangaande de lozingen van huishoudelijk afvalwater in aanmerking zouden hebben genomen, kan in deze omstandigheden niet leiden tot cassatie.

Art. 2 van de wet 26.03.1971 op de bescherming van oppervlaktewateren tegen verontreiniging, zoals te dezen van toepassing, bepaalt: 'Het is verboden voorwerpen of stoffen in de bij art. 1 bedoelde wateren of in de openbare riolen te werpen of te deponeren, verontreinigde of verontreinigende vloeistoffen erin uit te lozen of er gassen in te brengen, behalve de lozing van afvalwater waarvoor vergunning is verleend overeenkomstig de bepalingen van deze wet alsook behalve voor het lozen van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolen, voor zover dit afvalwater afkomstig is van woongelegenheden en de lozing in de openbare riool geschiedt overeenkomstig het in par. 1 van art. 3 bedoelde reglement. Het is eveneens verboden vaste stoffen of vloeistoffen te deponeren op een plaats vanwaar ze door een natuurlijk verschijnsel in die wateren of in de openbare riolen kunnen terechtkomen.'

Art. 2 van voormelde wet, zoals gewijzigd bij het Vlaams programmadecreet 21.11.2008, bepaalt: 'Het is verboden voorwerpen of stoffen in de bij art. 1 bedoelde wateren of in de openbare riolen te werpen of te deponeren, verontreinigde of verontreinigende vloeistoffen erin uit te lozen of er gassen in te brengen, behalve de lozing van afvalwater waarvoor vergunning is verleend of melding is gedaan overeenkomstig de bepalingen van het decreet 28.06.1985 betreffende de milieuvergunning en zijn uitvoeringsbesluiten alsook behalve voor het lozen van huishoudelijk afvalwater, voor zover de biologisch afbreekbare organische belasting van dit afvalwater niet meer bedraagt dan 20 inwonerequivalenten en de lozing geschiedt overeenkomstig het in par. 1 van art. 3 bedoelde reglement. Het is eveneens verboden vaste stoffen of vloeistoffen te deponeren op een plaats vanwaar ze door een natuurlijk verschijnsel in die wateren of in de openbare riolen kunnen terechtkomen.'