22741 | 22.12.1986 Wet betr. de intercommunales

Min. van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt,MICHEL Joseph

B.S., 26.06.1987, V.157, (121), 9909-9914; Zitting 1982-83; Senaat:Stuk.529/1-28; Zitting 1984-85; Senaat:Handelingen 24-25.10.1984,29-30.01.1985,11-12.02.1985; Zitiing 1985-86; Kamer:Stuk.125/1-15, Handelingen 14.05.1986,24.06.1986; Zitting 1986-87; Kamer:Handelingen 12-13.11.1986

Hfdst. I : Aard en oprichting van de intercommunales (art. 1-8): Verscheidene gemeenten kunnen verenigingen met welbepaalde oogmerken van gemeentelijk belang oprichten, de zogenaamde intercommunales, onder de voorwaarden bepaald in deze wet. Publiek- of privaatrechtelijke personen mogen eveneens van deze verenigingen deel uitmaken, behalve de instanties die het goedkeurings- en vernietigingstoezicht op de intercommunales uitoefenen. Intercommunales zijn publiekrechtelijke rechtspersonen zonder handelskarakter die de vorm aannemen van een N.V., een coöperatieve vennootschap of een VZW. De statuten moeten de in deze wet bepaalde meldingen bevatten. De maatschappelijke zetel is gevestigd in één van de aangesloten gemeenten. De duur mag 30 jaar niet overschrijden. De statuten kunnen voorzien in het uittreden door een gemeente voor het verstrijken van de voorziene duur, en uittreden na 15 jaar is alleszins mogelijk. Publiekrechtelijke personen die zijn aangesloten kunnen zich alleen afzonderlijk en tot beloop van een bepaalde som verbinden. Over iedere statutenwijziging die voor de gemeente bijkomende verplichtingen of vermindering van rechten meebrengen moet in de gemeenteraad worden beslist. Hfdst. II : Organen van de intercommunales (art. 10-19): Iedere intercommunale heeft een algemene vergadering, een raad van bestuur en een college van commissarissen. De gemeenten beschikken steeds over de meerderheid van de stemmen en over het voorzitterschap in de verschillende organen. De vertegenwoordigers van de aangesloten gemeenten in de algemene vergadering worden door de gemeenteraad van elke gemeente aangewezen onder de raadsleden, de burgemeester en de schepenen van de gemeente. Enkel gemeenteraadsleden, burgemeesters of schepenen kunnen benoemd worden tot de voor de aangesloten gemeenten voorbehouden ambten van bestuurder. Het principe van de strijdigheid van belangen wordt strikt gehanteerd: niemand kan een aangesloten administratieve overheid vertegenwoordigen als hij lid is van één van de organen van de privé-venootschap die het bestuur of de concessie heeft van de onderneming waarvoor de vereniging is opgericht. Het gemeenteraadslid dat in die hoedanigheid een mandaat in een intercommunale uitoefent, wordt verondersteld van rechtswege ontslag te nemen zodra het ophoudt van deze gemeenteraad deel uit te maken. Het is elke bestuurder van een intercommunale verboden om aanwezig te zijn bij een beraadslaging over zaken waarbij hij een rechtstreeks belang heeft (of één van zijn bloed- of aanverwanten tot in de 4e graad), rechtstreeks of onrechtstreeks deel te nemen aan overeenkomsten afgesloten met de intercommunale, of als advocaat, notaris of zaakwaarnemer op te treden in rechtsgedingen tegen de intercommunale. Hfdst. III: Voogdij (art. 20): De oprichting, statuten, statutenwijziging is onderworpen aan de goedkeuring van de toezichthoudende overheid. Elke handeling in strijd met de wet, statuten of algemeen belang kan worden geschorst of nietig verklaard. Hfdst. IV : Verlenging, ontbinding en vereffening van de intercommunale (art. 21-23). Hfdst. V : Diverse bepalingen (art. 24.27):