227163 | 22.11.2007 V. nr. 152 (Vl. P.): Gemeentelijke afvalwaterheffingen - Stand van zaken
Vlaams Min. van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, CREVITS Hilde
VERFAILLIE Jan

V. en A., Vl.P., februari 2008,2007-2008, (5), 587

Steden en gemeenten hebben vanaf eind 2005 decretaal de mogelijkheid om een waterheffing in te voeren om te voldoen aan de Europese waterrichtlijn om versneld afvalwater te zuiveren en extra rioleringen aan te leggen.

Sinds 01.01.2005 staan de exploitanten van een openbaar drinkwaterdistributienetwerk niet alleen in voor de drinkwaterlevering, ze zijn ook verantwoordelijk voor de sanering van dit water. Deze saneringsverplichting geldt zowel op gemeentelijk als bovengemeentelijk vlak.
De rechten en plichten van enerzijds de exploitant van het openbaar waterdistributienetwerk en anderzijds de gemeente of de door de gemeente aangestelde entiteit worden bij voorkeur in een contract tussen betrokken partijen vastgelegd. De inmiddels afgesloten contracten hebben er toe geleid dat de organisatie van het rioolbeheer op gemeentelijk vlak, varieert van gemeente tot gemeente. Ook de doorrekening van de saneringskosten aan de abonnees en aan de eigen waterwinners die aangesloten zijn op de gemeentelijke riolering verschilt.

Via de integrale drinkwaterfactuur kan de exploitant van het openbaar drinkwaterdistributienetwerk de gemeentelijke saneringskosten doorrekenen aan de abonnees en aan de eigen waterwinners die gebruik maken van de gemeentelijke riolering. Het aanrekenen van de gemeentelijke saneringskosten gebeurt onder de vorm van een gemeentelijke bijdrage of vergoeding. De gemeentelijke bijdrage is geïntegreerd in de drinkwaterprijs. Het eenheidstarief van de gemeentelijke bijdrage of vergoeding is gelimiteerd ten opzichte van het bovengemeentelijke tarief. Zo mag het gemeentelijke tarief in 2007 maximaal een factor 1,4 hoger zijn dan het bovengemeentelijke tarief. Het bovengemeentelijke tarief bedraagt voor 2007 0,7580 Ł/m³.
Het gemiddelde tarief van de gemeentelijke bijdrage is moeilijk berekenbaar gezien hierbij rekening gehouden moet worden met proportionele factoren. Wel kan een overzicht gegeven worden hoe het gemeentelijke tarief zich verhoudt ten opzichte van het bovengemeentelijke tarief:

  • in 54 gemeenten is het eenheidstarief van de gemeentelijke bijdrage lager dan het eenheidstarief van de bovengemeentelijke bijdrage;
  • in 102 gemeenten is het eenheidstarief van de gemeentelijke bijdrage identiek aan het eenheidstarief van de bovengemeentelijke bijdrage;
  • in 101 gemeenten is het eenheidstarief van de gemeentelijke bijdrage hoger dan het eenheidstarief van de bovengemeentelijke bijdrage.
Het gemeentelijke bijdragetarief varieert van 0,1500 Ł/m³ tot het maximaal toegelaten tarief van 1,0612 Ł/m³.