210633 | 30.06.2006 Dec. houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2006 - Oppervlaktewateren (art. 35-36)
Min.-President van de Vlaamse regering en Vlaamse Min. van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, LETERME Yves

BS 2006-12-13

Dit hoofdstuk heeft tot doel het mogelijk te maken om op retroactieve wijze de uitvoeringsbesluiten bij hoofdstuk IIIbis van de wet 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, opnieuw, maar nu rechtsgeldig, in te voeren.

Het gaat om volgende besluiten:

  • BVR 23.07.1992 tot uitvoering van hoofdstuk IIIbis van de wet 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging (zie doc. nr. 43064);
  • BVR 16.02.1993 tot uitvoering van hoofdstuk IIIbis van de wet 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging (zie doc. nr. 53234);
  • BVR 16.03.1994 tot wijziging van het BVR 16.02.1993 tot uitvoering van hoofdstuk IIIbis van de wet 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging (zie doc. nr. 68071);
  • BVR 05.04.1995 tot wijziging van het BVR 16.02.1993 tot uitvoering van hoofdstuk IIIbis van de wet 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging (zie doc. nr. 84679).

Art. 36 maakt het mogelijk om de verwijzing naar het BVR 26.02.1993 in de uitvoeringsbesluiten 01.02.2002 (zie doc. nr. 176151) en 22.03.2002 (zie doc. nr. 176635) te vervangen door een verwijzing naar het nieuw uit te vaardigen uitvoeringsbesluit dat retroactief geldig zal zijn. Gezien de oorspronkelijke uitwerkingsdatum van deze twee besluiten ook behouden blijft, zullen deze ook een retroactieve werking krijgen en behoeven ze dus een decretale machtiging.