209427 | 18.11.2005 V. nr. 126 (Vl. P.): Waterzuivering in buitengebieden - Zonering
EECKHOUT Hilde
Vlaams Min. van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, PEETERS Kris

V. en A., Vl.P., januari 2004,2005-2006, (4), 595-598

Vlaanderen moet tegen eind 2015 voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water. In uitvoering van het decreet inzake integraal waterbeleid keurde het Vlaams Parlement op 08.04.2005 de eerste waterbeleidsnota goed. Eén van de vijf krachtlijnen in deze nota is de integrale waterkwaliteit verder verbeteren.
Omtrent zonering voor waterzuivering bestaat er vandaag echter heel wat onduidelijkheid. Het antwoord vrduidelijkt de situatie.

Het plan dat door de VMM aan de gemeente wordt voorgesteld is het voorontwerp van zoneringsplan dat een eerste voorstel inzake collectieve of individuele sanering omvat. Dit voorstel is gebaseerd op een economische analyse van de verschillende saneringstechnieken. Een definitieve beslissing moet worden genomen door de gemeente op basis van de principes van goed bestuur en van de lokale geografische toestand. Deze beslissing wordt nadien door de VMM verwerkt tot een ontwerp van zoneringsplan dat het voorwerp moet uitmaken van een openbaar onderzoek. Op dit ogenblik kunnen derden dit plan voor een eerste maal consulteren. Na het verwerken van de opmerkingen geformuleerd in het kader van het openbaar onderzoek en na de goedkeuring van het aangepaste plan door de gemeenteraad en de Vlaamse Regering ontstaat een definitief zoneringsplan dat afdwingbaar is naar alle partijen. Vanaf dat ogenblik kan dit plan door alle belanghebbenden worden opgevraagd. De volledige procedure, gaande van het aangetekend versturen van het voorontwerp van zoneringsplan tot en met de vaststelling ervan door de Vlaamse Regering, duurt vijftien en een halve maand.
Voor de opstelling van de zoneringsplannen wordt in het buitengebied van een gemeente, zijnde het gebied waar nog geen collectief waterzuiveringssysteem operationeel is of gepland op korte termijn, de zoneringsmethodologie toegepast. Het mathematisch model dat aan de basis ligt van de zoneringsmethodologie, definieert per woning de verschillende saneringstechnieken en vergelijkt deze op een economische basis.
Het is de doelstelling van het model om naargelang de dichtheid van het gebied (afstand van de woningen ten aanzien van elkaar en ten aanzien van de reeds bestaande infrastructuur) een uitspraak te doen over de meest aangewezen saneringswijze, nl. een collectieve of een individuele sanering. Het mathematisch model dat is opgebouwd is dermate ontwikkeld dat er geen bijkomende specifieke gemeentelijke kenmerken moeten worden ingegeven in het model. Zo is bijvoorbeeld de helling van het gebied voor het model niet relevant aangezien de rioleringen die in het model worden voorzien om woningen te verbinden met de reeds bestaande infrastructuur, worden berekend als drukrioleringen die niet beïnvloed worden door de helling van het gebied. Het maken van de definitieve keuze in het buitengebied op basis van het voorontwerp van zoneringsplan, is bovendien bewust aanzien als een gemeentelijke taak, zodat zij vanuit haar specifieke terreinkennis bijsturingen kan doorvoeren aan de theoretisch gemaakte keuzes. In het voorontwerp van besluit is voorzien dat de gemeente afwijkingen kan formuleren op basis van ecologische, stedenbouwkundige, bouwkundige redenen of vastgestelde materiële vergissingen. Op deze manier hoopt het Vlaamse gewest de terreinkennis van de gemeente maximaal te valoriseren.
De specifieke financiering voor de realisatie van de doelstellingen van het definitief goedgekeurd zoneringsplan zal een onderdeel uitmaken van uitvoeringsplannen en het besluit voor de subsidiëring van de aanleg van gemeentelijke rioleringen. Hiervoor is het echter noodzakelijk het huidige besluit te herzien en aan te passen. Een grondige herziening van dit besluit is voorzien in de loop van 2006. In het ontwerp van besluit voor het vaststellen van de gemeentelijke zonerings-plannen is wel reeds opgenomen dat het beschikken over een goedgekeurd zoneringsplan een voorwaarde wordt voor het verkrijgen van toekomstige subsidies.