197502 | 14.05.2004 BVR houdende de definitieve regularisatie en toekenning van een subsidie aan bepaalde initiatieven binnen polders, wateringen, milieu- en natuurverenigingen die personeelsleden tewerkstellen in een gewezen DAC-statuut
Vlaams Min. van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, TAVERNIER Jef

BS 2004-10-15, (2e uitg.)

De minister van Leefmilieu kan subsidies toekennen aan organisaties die deel uitmaken van de groep van Vlaamse milieu- en natuurverenigingen of de groep polders en wateringen die onder het beleidsdomein leefmilieu vallen, telkens werknemers worden tewerkgesteld in het kader van een voormalig DAC-project.

Het eerste semester wordt een voorschot uitgekeerd ten belope van 55 % van het in art. 3 bepaalde subsidiebedrag. Het tweede semester wordt een voorschot uitgekeerd ten belope van 40 %. Deze voorschotten worden uitbetaald voor het einde van de eerste maand van het semester waarop ze betrekking hebben.

Voor 1 april van het jaar dat volgt op het jaar dat in aanmerking genomen wordt voor de subsidiëring, bezorgt de initiatiefnemer aan de administratie de bewijsvoering van de effectieve tewerkstelling van de personeelsleden, tewerkgesteld in een voormalig DAC-project en een overzicht van de reëel betaalde loonkosten.

De administratie oefent ter plaatse of op stukken toezicht uit met betrekking tot de naleving van de bepalingen van dit besluit. Dit toezicht brengt het recht mee om de initiatiefnemer te bezoeken en om kennis te nemen van alle stukken en bescheiden die met de uitvoering van dit toezicht verband houden. De minister kan extra voorwaarden opleggen waaraan de arbeidsovereenkomst onder meer inzake de continuering van de tewerkstellingssituatie en de toe te kennen anciënniteit moet voldoen.

 

 link