186914 | 04.07.2003 Ministeriële omz. LNW 2003/01 met een addendum bij de ministeriële omz. LNM 2001/01 van 21.11.2001 met betrekking tot de beoordeling van de verenigbaarheid van de lozing van bedrijfsafvalwater op de openbare riolering met de beleidsaanpak inzake RWZI-exploitatie
Vlaams Min. van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, SANNEN Ludo

BS 2003-07-25, (2e uitg.)

De medeverwerking vanuit een win-win-benadering voor én het bedrijf én het Vlaamse gewest/nv Aquafin dient georganiseerd binnen een geobjectiveerde aanpak. Om die reden wordt aan de bijlage bij de omzendbrief LNM 2001/01 van 21.11.01 'Krachtlijnen inzake de beoordeling van de verenigbaarheid van het lozen in de openbare riolering met de bedrijfsaanpak inzake rioolwaterzuiveringsinstallaties' een hoofdstuk 3.4.4 'Geobjectiveerde contractaanpak complementaire afvalwaters' ingevoegd voor complementaire afvalwaters.

In de Ministeriële omzendbrief LNM 2001/01 van 21.11.2002 werden de krachtlijnen inzake de beleidsaanpak van bedrijfsafvalwater vastgesteld:

  • voor kleine bedrijven wordt ervan uitgegaan dat het afvalwater qua samenstelling vergelijkbaar is met huishoudelijk afvalwater en dat het in een RWZI op een normale, ecologisch verantwoorde wijze kan worden gezuiverd, tenzij er op basis van specifieke sectorgegevens of op basis van afzonderlijke dossiergegevens uitdrukkelijke aanduidingen van het tegendeel bestaan;
  • zelfzuivering is in beginsel verplicht voor de relevante of zogenaamde 'P-bedrijven';
  • zuivering van bedrijfsafvalwater in een RWZI is enkel aanvaardbaar indien het vergelijkbaar of complementair is met huishoudelijk afvalwater, als het transport naar de RWZI geen milieuschade berokkent (b.v. door overstorten in een oppervlaktewater) en indien er in de RWZI voldoende zuiveringscapaciteit aanwezig is of zal worden uitgebouwd.
De voormelde omzendbrief voorzag naast voorwaarden voor lozing van bedrijfsafvalwater op de RWZI ook nog de mogelijkheid dat onder specifieke omstandigheden valoriseerbare afvalwaterstromen op bepaalde RWZI's kunnen verwerkt worden.

Bij de nadere invulling van de in de omzendbrief bepaalde beleidsaanpak is gebleken dat er nood is aan een meer gerichte aanpak van geconcentreerde bedrijfsafvalwaters met een biologisch zeer goede samenstelling en positieve invloed op de werking van een RWZI.

Tegelijk verduidelijkt de omzendbrief dat in het kader van de omzendbrief het afvalwater van ziekenhuizen, hospitalen, verzorgingsinstellingen niet als bedrijfsafvalwater dient benaderd te worden, maar binnen de basiscapaciteit van de RWZI's moet verwerkt te worden.
Deze verduidelijking betekent uiteraard niet dat deze instellingen hun specifieke bedrijfsafvalwaters (labo-activiteiten, wasserijen, enz.) samen met het huishoudelijk afvalwater (sanitaire installaties, keukens, reiniging...) mogen lozen.
De bedrijfsafvalwaters dienen conform de Vlarem-aanpak verplicht apart en/of gecontroleerd geloosd te worden met naleving van de toepasselijke lozingsvoorwaarden.
In een BBT-nota zal tevens nader omschreven worden welke preventiemaatregelen door ziekenhuizen dienen nageleefd te worden om de stroom huishoudelijk afvalwater op een milieuverantwoorde wijze te kunnen behandelen met maximale vrijwaring van gezondheidsrisico's.

Tenslotte benadrukt de omzendbrief dat er meer aandacht moet gaan naar de afkoppeling van parasitaire debieten van de openbare riolering.
In eerste instantie zal ADOPA dienen toe te zien op de opname van de hydraulische uitgangspunten van de Code van goede praktijk inzake aanleg van openbare in de milieuvergunningen van inrichtingen met relevante verharde oppervlakte (garages, gebouwen, wegenis) vanuit de impactbenadering als milieutechnische eenheid.
In casu geldt de debietsbeperking voor lozing in oppervlaktewater van 0,25 l/s.ha evengoed voor lozing in de riolering (met eventuele verstrenging in overstromingsgevoelige gebieden). Deze aanpak dient als uitgangspunt voor het eventueel opleggen van noodzakelijke buffercapaciteit of de aanleg van aparte afvoerleidingen. Deze hydraulische beperking dient ook gehanteerd voor de hydraulische aanvaardbaarheidstoets voor de lozing van verregaand gezuiverde afvalwaters op de openbare riolering.

ndlr: Deze omzendbrief werd ingetrokken door de omzenbrief LNW 2005/01 van 23.09.2005 met betrekking tot verwerking van bedrijfsafvalwater via de openbare zuiveringsinfrastructuur.