165118 | 08.06.2000 BVR wijz. BVR 23.02.1995 betr. de exploitatievoorwaarden van de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven en het BVR 08.03.1995 tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven moeten voldoen

Vlaams Min. van Werkgelegenheid en Toerisme, LANDUYT Renaat

B.S., 22.08.2000, V.170, (162), 28209-28211

Vanaf 01.01.2000 moeten de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven beschikken over een exploitatievergunning. Vele terreinen beschikken echter nog niet over deze vergunning, omdat hun planologische bestemming niet overeenstemt met het recreatief karakter eigen aan de exploitatie van deze terreinen. Dit besluit bepaalt een overgangsregeling die de bevoegde overheden toelaat, bij toepassing van de reglementering op de ruimtelijke ordening, de nodige maatregelen te nemen om alsnog tot een aanpassing van die planologische bestemmingen over te gaan, zodat deze terreinen verder hun toeristische functie zonder onderbreking zouden kunnen uitoefenen.
In art. 5 van het BVR 23.02.1995 betreffende de exploitatievoorwaarden van de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven worden de woorden '10° een attest dat aantoont dat rekening gehouden werd met de bepalingen van de wet houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw ' vervangen door de woorden '10° een attest waaruit blijkt dat het terrein gelegen is in een gebied waarvan de planologische bestemming, de exploitatie en het gebruik van een terrein voor openluchtrecreatieve verblijven toelaat.' Vervolgens wordt aan art. 25 van het hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, drie paragrafen toegevoegd die de overgangsregeling bevatten.
In art. 6 van het BVR 08.03.1995 tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven moeten voldoen, wordt volgend lid toegevoegd: 'Bij wijze van overgangsbepaling geldt dit artikel niet voor de terreinen waarop de bepalingen van toepassing zijn van art. 25, par. 2 van het BVR 23.02.1995 betreffende de exploitatie van de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven.'

nvdr: Het BVR 23.02.1995 betreffende de exploitatie van de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven werd opgeheven door het BVR 15.05.2009 tot uitvoering van het decreet 10.07.2008 betreffende het toeristische logies (zie doc. nr. 241846).
Het BVR 08.03.1995 tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waarvan terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven moeten voldoen werd opgeheven door het BVR 11.09.2009 tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan het toeristische logies moet voldoen (zie doc. nr. 243063).