153340 | 19.02.1999 V. nr. 134 (Vl. P.): Vlarem II - Lozingsnormen voor mestverwerking
Vlaams min. van Leefmilieu en Tewerkstelling, KELCHTERMANS Theo
TIMMERMANS Jacques-D.

V. en A., Vl.P., 21.05.1999,1998-99, (13), 1575-1577

De bijlage 24bis van titel II van Vlarem is niet te lezen als een afwijking, maar als sectorale voorwaarde voor effluentnormen voor mestverwerkingsinstallaties.
De voorwaarde dient niet als én/én/én te worden gelezen, maar als:

  • - of brak water,
  • - of grote verdunning en geen van de voormelde bestemmingen.
De vermelde norm is inderdaad steeds een toepassing bij lozing in brak water.
Voor de lozing in een niet-bestemde waterloop is deze CVZ-norm niet van toepassing.
In de hypothetische combinatie brak water - drinkwater en zoetwater - schelpdierwater is de norm van 125 mg/l van toepassing.
Het begrip 'grote verdunning' wordt gebruikt wanneer de lozing geen relevante kwaliteitsimpact op het ontvangende water veroorzaakt.
Het begrip 'ontvangende waterloop' dient hier inderdaad te worden gelezen als 'oppervlaktewater' zoals gedefinieerd in titel II van Vlarem.