146042 | *10.11.1998 Omz. LNW/98/01 betr. algemene maatregelen inzake natuurbehoud en wat de voorwaarden voor het wijzigen van vegetatie en kleine landschapselementen betreft volgens het BVR 23.07.1998 (...) uitvoering Dec. 21.10.1997 (...)

Vlaams min. van Leefmilieu en Tewerkstelling,KELCHTERMANS Theo

B.S., 17.02.1999, V.169, (33), 4657-4673+bijlagen 4674-4687

*10.11.1998 Omz. LNW/98/01 betreffende algemene maatregelen inzake natuurbehoud en wat de voorwaarden voor het wijzigen van vegetatie en kleine landschapselementen betreft volgens BVR 23.07.1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu

De natuur heeft het steeds moeilijker. Een aantal milieu-effecten bedreigt organismen en hun onderlinge relaties. Om op een overtuigende wijze het hoofd te kunnen bieden aan deze moeilijkheden, was het noodzakelijk om een nieuw wetgevend kader te creƫren. Hiertoe werd het decreet op het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997 uitgevaardigd. Het vervangt bijna volledig de wet op het natuurbehoud van 1973 en zet een aantal duidelijke nieuwe krachtlijnen uit.
Zo worden in dit decreet op een duidelijke wijze de doelstellingen van het natuurbehoud vastgelegd. Het beleid zal zich richten op 'de bescherming, de ontwikkeling, het beheer en het herstel van de natuur en het natuurlijke milieu', maar ook op 'de handhaving of het herstel van de daartoe vereiste milieukwaliteit'. Daarnaast wordt het 'scheppen van een zo breed mogelijk maatschappelijk draagvlak' beoogd. Hierbij zal Vlaanderen zich vanuit zijn eigen gegevenheid inschakelen in het ruimere internationale natuurbeleid, waar het behoud en de bevordering van de biodiversiteit prioritair is. In het hoofdstuk IV van het natuurdecreet worden algemene maatregelen ter bescherming van de bestaande natuur uitgewerkt. Die artikelen geven uitdrukking aan het stand-still beginsel. Dat betekent dat de bestaande natuur zowel in kwantitatief als kwalitatief opzicht niet meer mag achteruitgaan. Een van de instrumenten voor het behoud van deze algemene natuurkwaliteit is van reglementaire aard en is rechtstreeks in art. 14 van het natuurdecreet al opgenomen: er bestaat een algemene zorgplicht voor iedereen die handelingen verricht of hiertoe de opdracht verleent.
Behalve de horizontale, overal en altijd geldende bepalingen van het art. 14 van het natuurdecreet vormen verordenende uitvoeringsbesluiten op het natuurdecreet een regelgevend instrument. Het BVR 23.07.1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu is verschenen in het Belgisch Staatsblad van 10.09.1998.
In dat besluit krijgen vier deelaspecten een regeling. Zo wordt de procedure voor afbakening van het VEN (Vlaams Ecologisch Netwerk) en IVON (Integraal Verweving- en Ondersteunend Netwerk) vastgelegd. Ten tweede is er de invulling van het recht van voorkoop overeenkomstig art. 37 van het natuurdecreet. Een derde deel geeft een regeling voor het wijzigen van vegetatie en van kleine landschapselementen. En een vierde onderdeel bepaalt de uitvoering van natuurinrichtingsprojecten.
Deze omzendbrief gaat nader in op de regeling voor het wijzigen van vegetatie en kleine landschapselementen in samenhang met bepalingen in hoofdstuk IV (algemene maatregelen voor natuurbehoud) en in hoofdstuk IX (strafbepalingen en toezicht) van het natuurdecreet.
In hoofdstuk IV van voormeld besluit van 23.07.1998 heeft de Vlaamse regering voorwaarden bepaald inzake het wijzigen van vegetatie en kleine landschapselementen. Het BVR 16.07.1996 tot instelling van een vergunningsplicht voor de wijziging van vegetatie en van lijn- en puntvormige elementen is daarm