140424 | 06.10.1998 Omz. BA-98/08 Investeringsfonds - toestemming tot gebruik van trekkingsrechten voor niet-prioritaire rioleringen - afkoppelingsbeleid
Vlaams min. van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk beleid en Huisvesting, PEETERS Leo

Best.Mem.:Antw., 21.12.1998, (23), 554; Limb., 15.12.1998, (12), 506; O.-Vl., 25.02.1999, (2), 53-54;

In de Vlarem II-reglementering wordt bijzondere aandacht geschonken aan de scheiding van hemelwater en afvalwater (afkoppelingsbeleid).
De art. 4.2.1.3., par. 5 en 6.2.1.2., par. 2 van het BVR houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) van 01.06.1995, bepalen dat het verboden is hemelwater te lozen in de openbare riolering wanneer het technisch mogelijk of noodzakelijk is dit hemelwater gescheiden van het afvalwater te lozen in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater.
De Code van de Goede Praktijk (omzendbrief 31.07.1996) concludeert uit de bovenstaande bepalingen dat in ieder geval voortaan moet bewezen worden dat het technisch niet mogelijk of noodzakelijk is om het hemelwater gescheiden van het afvalwater te lozen in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater.
In het licht van wat voorafgaat, kan voortaan, voor het plaatsen van nieuwe, niet-prioritaire rioleringen, alleen maar toestemming voor het gebruik van trekkingsrechten gegeven worden, indien het dossier conform de bovenstaande wetgeving is.".

nvdr: De omzendbrief 31.07.1996 met betrekking tot de vaststelling van de code van goede praktijk voor de aanleg van openbare riolen en individuele voorbehandelingsinstallaties werd opgeheven door het MB 20.08.2012 tot vaststelling van de code van goede praktijk voor het ontwerp en de aanleg van rioleringssystemen (zie doc. nr. 268426).