133845 | 04.02.1998 V. nr. 160 (Vl. P.): Regenwateropvang - Subsidiëring
Vlaams min. van Leefmilieu en Tewerkstelling, KELCHTERMANS Theo
TIMMERMANS Jacques-D.

V. en A., Vl.P., 28.05.1998,1997-98, (14), 1834-1836

Art. 4.2.1.3., par. 5 van titel II van het Vlarem stelt dat het verboden is hemelwater te lozen in de openbare riolering wanneer het technisch mogelijk of noodzakelijk is om dit hemelwater gescheiden van afvalwater te lozen in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater.
De maatregel om de afkoppeling van hemelwater van het gemeentelijk rioleringsstelsel via subisidiëring te stimuleren, brengt voormelde Vlarem-voorschriften niet in het gedrang maar moet veeleer de realisatie ervan bevorderen. In het BVR 30.03.1996 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder, alsook van de verhouding waarin het Vlaams Gewest bijdraagt in de kosten verbonden aan de aanleg en de verbetering door de gemeenten van openbare riolen, andere dan prioritaire rioleringen, worden overigens de kosten voor de afkoppeling van hemelwater van het rioleringsnet reeds expliciet subsidieerbaar gesteld. Het bufferen van hemelwater in regenwaterputten kan een vorm van dergelijke afkoppeling zijn die als bijkomend voordeel biedt dat het aldus opgevangen hemelwater nuttig kan worden gebruikt.
Het verwachte effect is dat de afvoer van hemelwater gedeeltelijk wordt afgeremd zodat de overstortfrequentie daalt en de gemeentelijke rioleringen meer optimaal kunnen worden gedimensioneerd. Tevens wordt ook het nuttig gebruik van hemelwater bevorderd.
In het subsidiëringsbesluit 30.03.1996 is vermeld dat de voorontwerpdossiers worden getoetst aan de code van goede praktijk. De aansluiting van verharde oppervlakten dient zoveel als mogelijk te worden vermeden.
De voorgenomen subsidiëring van regenwaterputten doet geen afbreuk aan de verantwoordelijkheden van de gemeenten.
Wat de bedrijven betreft, wordt de situatie individueel bekeken en worden eventueel bijzondere voorwaarden in de milieuvergunning opgelegd.
Als algemene regel geldt dat er maximaal moet worden gestreefd naar het afkoppelen van verharde oppervlakten. De koppeling van de afvalwaterheffing met de grootte van bestaande oppervlakten is reeds nu het geval door de debietfactor die voor lozing in riool is opgenomen in de formule voor de berekening van de heffingsplichtige vuilvracht.