12278 | 23.01.1991 Dec. inzake bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen [ Mestdecreet ] [ Meststoffendecreet ]

Gemeenschapsmin. van Welzijn en Gezin,LENSSENS Jan

B.S., 28.02.1991, V.161, (42), 3829-3838

Dit decreet heeft tot doel de bescherming van het milieu tegen de verontreiniging als gevolg van de produktie en het gebruik van meststoffen. Voor de toepassing van dit besluit worden de termen zoals cultuurgrond, bedrijf meststof, en dergelijke meer uitvoering gedefinieerd.

1. Inventarisatie
Elke producent dient elk jaar aan de Mestbank aangifte te doen van:

  • gegevens met betrekking tot 1 januari van het jaar van aangifte
  • gegevens met betrekking tot het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar van aangifte
  • gegevens met betrekking tot het jaar van aangifte
  • gegevens met betrekking tot mestoverschot van het voorafgaand kalenderjaar.
Elke gebruiker dient een register bij te houden.
Het decreet bepaalt tevens de berekening van de produktie dierlijk mest en mestoverschot van een bedrijf.

2. Regels betreffende een doelmatige afvoer van mestoverschotten
Vervoer van dierlijk mest mag, buiten de in dit decreet vermelde uitzonderingen enkel gebeuren door de Mestbank erkende vervoerders. De erkenningscriteria worden door de Vlaamse Executieve bepaald.
De belangrijkste uitzonderingen zijn: vervoer van eigen mest op eigen cultuurgronden van de producent en het vervoer van dierlijk mest naar cultuurgronden van gebruikers gelegen in de gemeenten waar het bedrijf van de producent gelegen is of in een aangrenzende gemeente, mits het in acht nemen van bepaalde voorwaarden.

3. Opdracht van de Mestbank

4. Opbrenging van mest op grond
De hoeveelheid dierlijke en andere meststoffen samen, die op cultuurgronden maximaal mag worden opgebracht, wordt in dit decreet beperkt. Opbrenging op andere gronden dan cultuurgronden is verboden. Dierlijk mest lozen of storten in rioleringen, oppervlakte wateren, openbare wegen, bermen en alle andere plaatsen dan cultuurgronden is verboden.
De opbrenging van dierlijk mest op cultuurgrond is verboden:

  • op alle zon- en feestdagen en gedurende de periode van 15 mei tot en met 1 november op werkdag voor 8u en na 19u;
  • gedurende de periode van 2 november tot en met 15 februari;
  • wanneer bedoelde cultuurgrond overstroomd, bevroren of met sneeuw bedekt is.
De opgebrachte mest dient binnen 24 uur te worden ondergewerkt, behoudens wanneer het gaat om een bemesting van beteelde cultuurgrond. De Vlaamse Executieve kan bij met redenen omklede beslissing hiervan afwijken.

5. Cultuurgronden behorend tot gewestgrensoverschrijdende bedrijven.

6. Heffingen
Voor elk positief mestoverschot is er een basisheffing lastens de producent. Het decreet bepaalt de voorwaarden en de procedure waarbij de heffing nadrukkelijk wordt.

7. Stuurgroep Vlaamse Mestproblematiek

8. Regels betreffende de produktie van dierlijk mest

9. Toezicht
Bijzondere ambtenaren aangewezen door de Vlaamse Executieve houden, samen met de gerechtelijke politie toezicht op de uitvoering van dit decreet.
Daarenboven wordt het toezicht verzekerd door de burgemeester v/d gemeente op het grondgebied waarvan de cultuurgrond gelegen is.